zondag 27 april 2014

Geniale eenvoud

Als kind en tiener was het mijn droom om professionele danseres te worden. Balletdanseres. Van de klassieke soort. Ik droomde van tutu's, spitzen, prachtige kostuums, fantastische decors en een romantische pas de deux. En het applaus op het einde, dat ik in ontvangst zou nemen met een sierlijke buiging.

De ontnuchtering kwam rond mijn zestiende: mijn balletjuffrouw maakte me duidelijk dat ik het nooit zou maken in de balletwereld. Toen was ik er echt kapot van, maar nu besef ik dat dat gewoon de eerlijke waarheid was.
De liefde voor dans verdween niet samen met de uit elkaar gespatte droom. Ik bleef meerdere dansvoorstellingen per jaar op mijn culturele programma zetten. De genres varieerden van oerklassiek, modern / hedendaags tot postmodernistisch. 


En dat laatste genre kon me doorheen de jaren steeds minder en minder bekoren. Het 'raakt' me niet, doet me niets en dat is toch wat ik van kunst verwacht. Er bestaan talrijke definities van kunst. Voor mij is kunst sterk gerelateerd aan 'uitzonderlijk', iets wat niet zo maar iedereen kan. 'Kunst' als superlatief van 'kunnen': op vlak van creativiteit (nieuwe ideeën), fysieke inspanning, uitvoering, ... Ik wil omver geblazen worden door wat ik zie, hoor of voel en dat kan echt in heel eenvoudige dingen zitten, die toch bijzonder zijn.
Een naakt lijf (om te choqueren?), wat over en weer lopen of schoenen aan en uit doen op een podium kunnen mij niet boeien. Het doet me niets. 


Toen mijn nichtje me uitnodigde voor een voorstelling waarin zij zou dansen, had ik een beetje schrik om teleurgesteld te worden. Maar onder het motto 'Eerst zien dan oordelen' besloot ik om tickets te bestellen. 

Wat ik voorgeschoteld kreeg, had ik niet verwacht. We mochten als toeschouwer plaatsnemen op het podium. Niks decor, enkel een ruwe muur, die normaal gezien verstopt zit achter de gordijnen. Tegenover het publiek, dat uit ongeveer 50 mensen bestond, staan 8 dansers op kousenvoeten. Op het moment dat ze naar voor lopen om hun sportschoenen aan te trekken, denk ik: "Oh nee, het zal toch niet waar zijn ... "

Maar wat volgt is een voorstelling die uitblinkt in eenvoud, kracht en volharding. Het idee is eenvoudig(*): laat dansers 70 minuten lang springen. De kracht zit precies in deze eenvoud: op een paar minuten na is er geen muziek, maar het ritme en geluid van schoenen die keer op keer de grond raken, zijn de perfecte soundtrack. De volharding van de dansers is ongelooflijk. Ze gaan tot het uiterste, geven het beste van zichzelf.
Hoewel de prestatie die ze leveren bovenmenselijk lijkt, komen ze net heel menselijk over. Een zucht, het uitgeput hijgen, zweten en rood aanlopen of de net iets minder hoge sprong zijn getuigen van het effect van dat minutenlang springen. En toch gaan ze door. Blijven ze op en neer springen, steeds opnieuw, opnieuw en opnieuw. Voor je de kans krijgt om te denken: "Nu heb ik het wel gezien", verandert er iets in de opstelling, de sprong of het ritme. Het verveelt nooit, hoewel het toch neerkomt op ... springen. 


Het enige jammere aan deze voorstelling was dat, net nu, mijn nicht geblesseerd was en dus niet kon mee dansen. Een reden om nog eens te gaan kijken, lijkt me.

Wil je zelf ook overrompeld worden door The dog days are over?
Kijk voor de verschillende data en locaties op de site van 
Jan Martens.
Je zal er geen spijt van krijgen!





(*) en dat bedoel ik op een positieve manier, want je moet er maar opkomen, natuurlijk.