“Simpele ziel, moeilijk karakter, aangenaam.”
“Euhm … aangenaam. Zeg, wat bedoel je eigenlijk met simpele ziel?”
“Goede vraag. Dat weet ik eigenlijk niet, ik floepte het er gewoon uit.”
Stilte.
Nog meer stilte.
Vervelend lange stilte.
“Ik denk dat het betekent dat ik niet zo intelligent ben. Of toch niet bijzonder slim. Een genie ben ik zeker niet, dat staat vast. Ik weet niet veel.”
“Heeft je ziel daar dan iets mee te maken, met intelligentie en veel weten?”
“Goh. Misschien niet, nee. ”
“Bestaat een ziel eigenlijk wel? Het is toch nooit bewezen? Heeft iemand al ooit een ziel gezien? Jij?”
“Nee, dat is waar. Zeg, maar stel dat een ziel niet bestaat, dat je geen ziel hebt, betekent dat dan ook dat je niet ‘bezield’ kan zijn? Dat zou toch wel jammer zijn, dat niemand bezield is.”
“Ja, daar heb je een punt. Dat zou doodjammer zijn.”
“Ah ja, dan zou enthousiasme ook niet bestaan, vermoed ik. Of toewijding. Dan zouden we toch heel wat missen: kunst, vriendschap, liefde en nog zoveel meer waardevolle zaken.”
“Maar ze bestaan wel. Nu ja, de woorden bestaan.”
“Betekent dat dan dat er alleen woorden zijn voor dingen die tastbaar zijn? Of dat er enkel woorden mogen zijn voor dingen die bewezen zijn?”
“Nee, natuurlijk niet. Er bestaan toch ook woorden voor voorwerpen waarvan we vermoeden dat ze er zijn. Voor dingen die wij zelf nooit gezien hebben, maar anderen wel. Of voor dingen die we niet kunnen vastnemen, maar die er wel zijn, zoals respect.”
“Die er zijn … wat is 'zijn', eigenlijk?”
“’Zijn’ is hetzelfde als ‘bestaan’, toch?”
“Maar als dingen gewoon ‘zijn’, zonder dat we kunnen bewijzen dat ze ‘bestaan’ of zonder dat we ze ooit zelf gezien hebben, ‘zijn’ ze dan wel?”
“Zeg, jij stelt zo’n moeilijke vragen.”
“Ja zeg, jij ook.”
“Och, zwijg toch, moeilijk karakter.”
“Euhm … aangenaam. Zeg, wat bedoel je eigenlijk met simpele ziel?”
“Goede vraag. Dat weet ik eigenlijk niet, ik floepte het er gewoon uit.”
Stilte.
Nog meer stilte.
Vervelend lange stilte.
“Ik denk dat het betekent dat ik niet zo intelligent ben. Of toch niet bijzonder slim. Een genie ben ik zeker niet, dat staat vast. Ik weet niet veel.”
“Heeft je ziel daar dan iets mee te maken, met intelligentie en veel weten?”
“Goh. Misschien niet, nee. ”
“Bestaat een ziel eigenlijk wel? Het is toch nooit bewezen? Heeft iemand al ooit een ziel gezien? Jij?”
“Nee, dat is waar. Zeg, maar stel dat een ziel niet bestaat, dat je geen ziel hebt, betekent dat dan ook dat je niet ‘bezield’ kan zijn? Dat zou toch wel jammer zijn, dat niemand bezield is.”
“Ja, daar heb je een punt. Dat zou doodjammer zijn.”
“Ah ja, dan zou enthousiasme ook niet bestaan, vermoed ik. Of toewijding. Dan zouden we toch heel wat missen: kunst, vriendschap, liefde en nog zoveel meer waardevolle zaken.”
“Maar ze bestaan wel. Nu ja, de woorden bestaan.”
“Betekent dat dan dat er alleen woorden zijn voor dingen die tastbaar zijn? Of dat er enkel woorden mogen zijn voor dingen die bewezen zijn?”
“Nee, natuurlijk niet. Er bestaan toch ook woorden voor voorwerpen waarvan we vermoeden dat ze er zijn. Voor dingen die wij zelf nooit gezien hebben, maar anderen wel. Of voor dingen die we niet kunnen vastnemen, maar die er wel zijn, zoals respect.”
“Die er zijn … wat is 'zijn', eigenlijk?”
“’Zijn’ is hetzelfde als ‘bestaan’, toch?”
“Maar als dingen gewoon ‘zijn’, zonder dat we kunnen bewijzen dat ze ‘bestaan’ of zonder dat we ze ooit zelf gezien hebben, ‘zijn’ ze dan wel?”
“Zeg, jij stelt zo’n moeilijke vragen.”
“Ja zeg, jij ook.”
“Och, zwijg toch, moeilijk karakter.”
Een gesprek met mezelf, zoals wel vaker voorkomt.
Misschien moet ik het inderdaad maar houden op ‘moeilijk karakter’*, want zo simpel ben ik niet, zelfs ik vind het vaak moeilijk om mijn redeneringen te kunnen volgen.
Bezield ben ik wel. Bezield door kleine en grote dingen. Bezield ook door denken. Beetje te veel zelfs.
Misschien moet ik het inderdaad maar houden op ‘moeilijk karakter’*, want zo simpel ben ik niet, zelfs ik vind het vaak moeilijk om mijn redeneringen te kunnen volgen.
Bezield ben ik wel. Bezield door kleine en grote dingen. Bezield ook door denken. Beetje te veel zelfs.
Soms ook te weinig. Zoals toen ik schreef “Simpele ziel, moeilijk karakter, mezelf in een notendopje.” Op dat moment leek me dat een eerlijke omschrijving van wie ik ben, spontaan ingegeven, maar als ik dan wat verder begin na te denken, loopt dat uit in een denk-spel met mezelf. Ik noem het ook bewust ‘spel’, want ik vind het best een leuke uitdaging steeds verder door te gaan op mijn eigen (innerlijke) antwoorden, verder verstrikt te raken in een web van gedachten.
Helaas ben ik een slechte retoricus, zelfs als het gaat over
mezelf als gesprekspartner. Ik vraag iets aan mezelf, geef een antwoord, stel dat in vraag, krijg opnieuw een antwoord en twijfel dan aan mijn eerste
idee. Oh ja, je krijgt me snel aan het twijfelen.
En toch was ‘koppig’ het eerste antwoord dat ik klaar had op de vraag (aan mezelf): “Wat is dat dan, een moeilijk karakter?” Dat ik koppig ben, dat was voor mezelf zo klaar als een klontje. Maar ben ik dan wel, koppig? En is ‘koppig’ dan per se te categoriseren onder ‘moeilijk’? Koppig kan ook verhelderend zijn, duidelijkheid scheppen, wat toch gemakkelijk is, niet? En dan stel ik me onmiddellijk weer de vraag: “Kan je wel helder zijn? Kan iets wel altijd duidelijk zijn? Is niet alles onderhevig aan interpretatie?”
Iemand zin in een spelletje gedachten-tennis?
Of weet u al wat het antwoord is?
En toch was ‘koppig’ het eerste antwoord dat ik klaar had op de vraag (aan mezelf): “Wat is dat dan, een moeilijk karakter?” Dat ik koppig ben, dat was voor mezelf zo klaar als een klontje. Maar ben ik dan wel, koppig? En is ‘koppig’ dan per se te categoriseren onder ‘moeilijk’? Koppig kan ook verhelderend zijn, duidelijkheid scheppen, wat toch gemakkelijk is, niet? En dan stel ik me onmiddellijk weer de vraag: “Kan je wel helder zijn? Kan iets wel altijd duidelijk zijn? Is niet alles onderhevig aan interpretatie?”
Iemand zin in een spelletje gedachten-tennis?
Of weet u al wat het antwoord is?
Ik niet.
Moeilijk.
Frustrerend.
Boeiend.
* kunnen we het er even over eens zijn dat 'karakter' overeenkomt met een groep van eigenschappen van iemand? Gewoon, even voor het gemak.