maandag 29 december 2014

Dream along

Het einde van het jaar is traditioneel de periode om terug te blikken op de maanden die gepasseerd zijn en voor mij is dat niet anders. Het is evenzeer vooruit kijken, plannen maken en goede voornemens bedenken voor het volgende jaar. Ook daarin volg ik netjes de trends. Onder die To Do's staan de klassiekers: afvallen en sporten. Elk jaar opnieuw maak ik mezelf wijs dat ik deze keer écht ga beginnen joggen. Of dat ik mijn streefgewicht effectief zal bereiken. In december moet ik dan jaarlijks tot de conclusie komen dat het niets geworden is: ik ben nog steeds uitgeput na een trap of drie en de kilo's blijven zich gezellig op mijn lichaam verzamelen.

Deze keer gooi ik het over een andere boeg en kies ik een nieuw voornemen uit. Ik wil werk maken van het nastreven van mijn droom. Het is een werk van lange adem en het begin ligt al een aantal jaar stof te vergaren in mijn (figuurlijke) lade. Telkens ik die lade opentrek, spoelt er een golf van angst over me heen. Twijfel neemt de overhand en dus duw ik de schuif gauw weer dicht. Het is een spel van aantrekken en afstoten. De wil is er, maar de angst voor mislukking is te overweldigend en dus besluit ik zuchtend om er maar niet mee door te gaan. Ik weet het wel; wie niet waagt niet wint, maar in dit geval heb ik meer het gevoel dat 'wie niet waagt niet verliest'. Een van mijn valkuilen is dat ik me spiegel aan anderen en dan zie ik ze slagen in hun opzet. Ze zijn succesvol en in plaats van daar motivatie uit te halen, laat ik mijn schouders hangen. Dit gaat me nooit lukken. Het is te hoog gegrepen.

Ik heb schrik om mijn droom in rook te zien opgaan. Wat als het niets wordt? Wat als ik faal? Wat als het anders uitdraait dan gehoopt? Wat als het bespot wordt? En wat als die ster plots geen stralend hemellichaam maar gewoon een rots blijkt te zijn? Een illusie?

Misschien moet ik toch maar beginnen joggen ...


zondag 27 april 2014

Geniale eenvoud

Als kind en tiener was het mijn droom om professionele danseres te worden. Balletdanseres. Van de klassieke soort. Ik droomde van tutu's, spitzen, prachtige kostuums, fantastische decors en een romantische pas de deux. En het applaus op het einde, dat ik in ontvangst zou nemen met een sierlijke buiging.

De ontnuchtering kwam rond mijn zestiende: mijn balletjuffrouw maakte me duidelijk dat ik het nooit zou maken in de balletwereld. Toen was ik er echt kapot van, maar nu besef ik dat dat gewoon de eerlijke waarheid was.
De liefde voor dans verdween niet samen met de uit elkaar gespatte droom. Ik bleef meerdere dansvoorstellingen per jaar op mijn culturele programma zetten. De genres varieerden van oerklassiek, modern / hedendaags tot postmodernistisch. 


En dat laatste genre kon me doorheen de jaren steeds minder en minder bekoren. Het 'raakt' me niet, doet me niets en dat is toch wat ik van kunst verwacht. Er bestaan talrijke definities van kunst. Voor mij is kunst sterk gerelateerd aan 'uitzonderlijk', iets wat niet zo maar iedereen kan. 'Kunst' als superlatief van 'kunnen': op vlak van creativiteit (nieuwe ideeën), fysieke inspanning, uitvoering, ... Ik wil omver geblazen worden door wat ik zie, hoor of voel en dat kan echt in heel eenvoudige dingen zitten, die toch bijzonder zijn.
Een naakt lijf (om te choqueren?), wat over en weer lopen of schoenen aan en uit doen op een podium kunnen mij niet boeien. Het doet me niets. 


Toen mijn nichtje me uitnodigde voor een voorstelling waarin zij zou dansen, had ik een beetje schrik om teleurgesteld te worden. Maar onder het motto 'Eerst zien dan oordelen' besloot ik om tickets te bestellen. 

Wat ik voorgeschoteld kreeg, had ik niet verwacht. We mochten als toeschouwer plaatsnemen op het podium. Niks decor, enkel een ruwe muur, die normaal gezien verstopt zit achter de gordijnen. Tegenover het publiek, dat uit ongeveer 50 mensen bestond, staan 8 dansers op kousenvoeten. Op het moment dat ze naar voor lopen om hun sportschoenen aan te trekken, denk ik: "Oh nee, het zal toch niet waar zijn ... "

Maar wat volgt is een voorstelling die uitblinkt in eenvoud, kracht en volharding. Het idee is eenvoudig(*): laat dansers 70 minuten lang springen. De kracht zit precies in deze eenvoud: op een paar minuten na is er geen muziek, maar het ritme en geluid van schoenen die keer op keer de grond raken, zijn de perfecte soundtrack. De volharding van de dansers is ongelooflijk. Ze gaan tot het uiterste, geven het beste van zichzelf.
Hoewel de prestatie die ze leveren bovenmenselijk lijkt, komen ze net heel menselijk over. Een zucht, het uitgeput hijgen, zweten en rood aanlopen of de net iets minder hoge sprong zijn getuigen van het effect van dat minutenlang springen. En toch gaan ze door. Blijven ze op en neer springen, steeds opnieuw, opnieuw en opnieuw. Voor je de kans krijgt om te denken: "Nu heb ik het wel gezien", verandert er iets in de opstelling, de sprong of het ritme. Het verveelt nooit, hoewel het toch neerkomt op ... springen. 


Het enige jammere aan deze voorstelling was dat, net nu, mijn nicht geblesseerd was en dus niet kon mee dansen. Een reden om nog eens te gaan kijken, lijkt me.

Wil je zelf ook overrompeld worden door The dog days are over?
Kijk voor de verschillende data en locaties op de site van 
Jan Martens.
Je zal er geen spijt van krijgen!





(*) en dat bedoel ik op een positieve manier, want je moet er maar opkomen, natuurlijk.