donderdag 28 februari 2013

Diamonds in the sky



Sinds september trek ik vol goede moed naar de danslessen op woensdagavond. Na verloop van tijd is die moed steeds verder naar beneden gezakt, maar ze blijft van goede kwaliteit. Of op zijn minst van voldoende kwaliteit om me in mijn sportkledij te krijgen, de auto te doen instappen en naar de danszaal te rijden.
Na een half jaar moet ik tot de conclusie komen dat ik vooral uitblink in de warming-up en cooling-down, in de stukken daartussen heel wat minder. Op vlak van lenigheid heb ik in de loop der jaren weinig moeten inboeten: mijn neus kan nog probleemloos een touchdown op mijn knieën maken en mijn vingers omhelzen zonder al te veel gekreun mijn voeten. Een paar minuten heen en weer springen, met mijn armen zwieren en allerlei variaties op stretchen uitoefenen, het gaat allemaal moeiteloos. Het feit dat de verwarming in de danszaal het meestal laat afweten, is natuurlijk ook een sterke motiverende factor om me helemaal in die warming-up te smijten.
Na dat opwarmen, komt het deel van de choreografie, om de vier weken in een andere stijl. En in dat deel loopt het mis. Mijn oriëntatie is waardeloos, het knipperen met mijn ogen duurt langer dan dat mijn kortetermijngeheugen de verschillende stappen onthoudt en het bewegen van mijn lichaam is behoorlijk traagisch. Gelukkig ben ik niet de enige die zich redelijk belachelijk voelt bij het dansen van stoere hiphop of urban. Soms maken we al lachend de vergelijking met een stelletje bejaarde dames die proberen te breakdansen, zo liggen we te spartelen op de dansvloer. Het enige hippe op dat moment is de muziek, zoals onlangs ‘The Joker’ van Caleb Mak.
Alleen jazz lijkt me wel te liggen. En Jess ook, want haar fiëstalessen waren leuk. Maar dat kwam waarschijnlijk door het feit dat we niet moesten memoriseren, gewoon nadoen. En dat lukt nog nét.
De vorige les was het de eerste keer dat we erin slaagden een choreo helemaal alleen uit te voeren, zonder dansleerkracht die vooraan stond. En we waren blij als kleine kinderen. En trots. We schitterden als ‘Diamonds in the sky’.
Misschien moet ik maar eens op zoek naar jazzlessen voor volwassenen. Of is dat een contradictorio in terminus?